Bij elke levensfase een passend huis
Niets is moeilijker dan het verlaten van een huis waarin je jarenlang gewoond en gewerkt hebt, je kinderen opgevoed…. De ontmanteling vindt plaats, geluiden ebben weg, nog een laatste wandeling door de tuin. Volgroeide hagen opgekweekt uit stekjes, een verdwaalde bal, de zorgvuldig geselecteerde fruitbomen, de herinnering aan al die oogsten op zonovergoten dagen, het uitzicht over de met dauw benevelde weilanden en dan de bloemen, hun geuren…. allemaal voorbij.
We nemen onze zelfgekapte houtblokken mee, voor een vuurtje in ons nieuwe leven, op onze nieuwe plek waar weer een thuis gecreëerd moet worden. Afscheid betekent altijd een nieuw begin. In onze situatie ook van een nieuwe levensfase, de ouderdom. Zestigers zijn we als we deze stap zetten, pensioen in zicht, klaar voor het Zwitserleven, wat dat ook behelst. We gaan ons derde gekochte huis betrekken, nog niet toe aan een appartement.
Ik realiseer me dat we bij elke levensfase een passend huis kochten. Na het wonen op kamers, alles nog vrijblijvend en vol perspectief, zochten we ons eerste eigen huis in het oosten van het land waar het werk ons bracht. Vol verwachting, de dromen geconcretiseerd in een zoekprofiel.
Al gauw blijkt dat er wel erg veel water bij de wijn gedaan moet worden, het aanbod past niet bij de vraag, het budget is niet toereikend, de zoektocht lang. De eerste levenslessen worden geleerd, droom en werkelijkheid verschillen, aanpassen is het motto. Maar dat lukt want we zijn jong en flexibel en dromen worden in een latere toekomst geprojecteerd. Er denderen vrachtwagens over de beklinkerde weg maar het huis is wel jaren 30, we kunnen er omheen lopen en er is een tuin. We smeden plannen, gaan de eerste concessies aan als stel en realiseren eigenhandig de verbouwing. Ons eerste kind wordt geboren, er is nog plaats voor meer maar we willen weg, de droom lijkt nu haalbaar, het platteland lokt. De boerderij wordt gekocht, het gezin voltooid. We creëren veel in huis, tuin, werk en opvoeding, voortdurend op zoek naar de juiste balans, zoals dat gaat in een volwassen bestaan. Regelmatig is de hectiek te groot, vraagt de opvoeding om maatregelen, doet de tuin een appèl op ons in de vorm van woekerende pispotjes en vraatzuchtige woelmuizen. Maar er staat veel tegenover, het tuinwerk biedt ook scheppingsvreugde, je kunt een stukje aarde helemaal naar eigen inzichten en wensen vormgeven, je eigen schoonheid en schuilplek creëren, kortom je eigen paradijs. De oorspronkelijke betekenis van paradijs is omheinde tuin, verwijzend naar de Hof van Eden. In dat paradijs ervaar je de kringloop van alle leven, het groeien en pronken wordt snel opgevolgd door het verwelken en afsterven. Op een gegeven moment constateer je ook in je eigen leven dat het verwelken is ingezet, de droom gerealiseerd, de krachten beginnen te tanen. Tijd voor reflectie: wil je zo doorgaan, niet meer creëren maar uitputtend onderhoud? Wat zijn andere mogelijkheden? Waar en hoe wil je oud worden?
Nu het werk niet meer voor inspirerende contacten zorgt, is er de behoefte om meer in de bewoonde wereld te wonen maar wel in de nabijheid van de natuur zodat we vanuit huis in de bossen en langs houtwallen kunnen wandelen. Ook een behapbare tuin is een wens, een laatste keer ons eigen paradijsje vorm geven met de bloemen en de geuren die favoriet zijn gebleken, de zorgvuldige aandacht te kunnen geven aan dat door ons gekozen plekje op aarde, betere meditatie is niet mogelijk. En dan ook nog graag een huis met een hart zodat we in in onze eigen sfeer een ieder kunnen ontvangen die we liefhebben en samen binnen de beslotenheid van herinneringen in de vorm van verzamelde kunst en boeken, oud kunnen worden. Je huis als cocon, dat vraagt deze fase.
We prijzen ons gelukkig dat we dat huis met die tuin hebben gevonden, toch weer een hele zoektocht. Maar hoe belangrijk is een passend huis, de thuisbasis van waaruit je vertrekt en steeds weer terug kunt keren, je ‘veilige haven’.
Hélène van den Berg.